Verschillende factoren beïnvloeden de huidconditie

Daartoe behoren zowel endogene als exogene factoren. Endogene factoren zijn bijvoorbeeld de genetische aanleg voor een bepaald huidtype of een genetische neiging tot bepaalde huidziekten als neurodermitis. In tegenstelling tot vroegtijdige huidveroudering, die door exogene factoren wordt bepaald, is de biologische, endogene veroudering van de huid genetisch bepaald. U herkent dit aan de volgende kenmerken:

  • Een verminderde celregeneratie of celvernieuwing
  • Een verslechterde werking van de zweetklieren
  • Een verharding van het bindweefsel waardoor de opnamecapaciteit voor water afneemt
  • Een degeneratie van het elastisch weefsel

Bij sommige soorten van erfelijke aanleg kan ook (psychische) stress een veranderde huidtoestand veroorzaken. Vooral de invloed van hormonen kan ook fysiologische gevolgen hebben. Acné in de puberteit is een voorbeeld van huidveranderingen door hormonele factoren.

De externe ofwel exogene factoren worden doorgaans door de omgeving bepaald. Voorbeelden daarvan:

  • De vorming van vrije racidalen, vooral door UV-straling, roken en alcohol
  • Een (over-)gevoeligheid tegenover agressieve substanties
  • Luchttemperatuur en luchtvochtigheid

Door verhoogde UV-straling, verschillende gifstoffen in de atmosfeer, medicatie, genotsmiddelen, ozon, sommige voedingsmiddelen en in het algemeen foute eetgewoonten ontstaan zeer agressieve vrije radicalen. Deze veroorzaken oxidatieve processen in het weefsel en brengen schade toe aan de celkernen en aan het celmembraan. In de epidermis worden vrije radicalen voornamelijk door UV-straling gevormd. Jarenlange onbeschermde zonbestraling leidt tot chronische schade en een voortijdig verouderde huid. Als telkens ph-neutrale of alkalische verzorgingsmiddelen worden gebruikt, kan het natuurlijke neutralisatievermogen van de huid overbelast worden. Daardoor kan de huid uitdrogen en daarmee infecties veroorzaken. Kleine kinderen en senioren hebben een fysiologische vermindering van de buffercapaciteit van de huid en moeten daarom bijzonder voorzichtig zijn met zeep en andere reinigingsmiddelen. Te vaak en te lang douchen met warm water leidt eveneens tot een verlies van huideigen vocht en lipiden. De huid droogt uit en wordt ruw.

Op kou reageert de huid in eerste instantie met een vernauwing van de bloedvaten, om te voorkomen dat het lichaam teveel warmte verliest. Aanhoudende onderkoeling vermindert de afscheiding van talk en leidt zo tot het uitdrogen van de huid.

In de sauna of in geklimatiseerde ruimtes produceren de zweetklieren meer zweet, die door de warmte of droge lucht snel verdampt. Ook dan droogt de huid uit.

 

terug naar de beginpagina