De verschillende huidtypen

Men onderscheidt normaal gesproken vier verschillende huidbeelden, die ook tijdelijk kunnen voorkomen:

1. Normale huid

Normale huidomstandigheden worden ook ‘eudermie’ genoemd. In de regel heeft een normale huid fijne poriën, is ze goed doorbloed, met een rosige teint en gelijkmatig transparant. Een normale huid is niet te vet of te droog en veroorzaakt geen problemen. Deze huidtoestand kan door endogene of exogene factoren behoorlijk worden verstoord.

2. Droge huid

Droge huid kenmerkt zich door rauwe plekken, die vaak met jeuk en een spanningsgevoel gepaard gaan. De huid komt ruw en vlekkerig over, in sommiger gevallen zelfs voortijdig verouderd.

3. Vettige huid

Dit huidtype heeft grove poriën, vaak met mee-eters. De huid heeft een vettige glans en is ongelijkmatig transparant, vaak vaal en gelig.

4. Gemengde huid

Hoewel voorhoofd, kin en neus vaak een vettige indruk maken, zijn de wangen droog tot normaal.

Vochtarme gevoelige huid

Een wezenlijk kenmerk van een vochtarme huid is een verminderd watergehalte. Als het watergehalte van de hoornlaag tot minder dan 8-10% zakt, wordt de huid droog, soms zelfs ruw. Vooral de gezichtshuid heeft hier mee te kampen en verliest meer vocht dan andere delen van de huid.

De hoornhuid haalt haar water uit dieper liggende huidlagen en door transpiratie. Wanneer natuurlijke vochtregulerende factoren niet voorkomen, of bijvoorbeeld onder extreme weersomstandigheden, dan verliest de huid bovengemiddeld veel vocht. Resultaat: de huid wordt droog, spant zich en kan minder vocht (b.v. crèmes) opnemen.

Als de lichaamseigen aanvoer van vocht niet meer voldoende is, dan wordt de huid minder soepel en droog. Bovendien kan ze de barrièrefunctie niet meer voldoende uitvoeren. Daardoor wordt de huid gevoelig voor externe invloeden en wordt het vochtverlies daarmee vergroot.

Voor de verzorging van een vochtarme huid is het daarom belangrijk niet alleen vocht, maar ook natuurlijke vochtregulerende stoffen als aminozuren toe te voeren. Deze hygroskopische (de eigenschap vocht uit de omgeving op te nemen) substanties voorzien de huid op lange termijn, mits in een voldoende dosering, van voldoende vocht.

Vetarme gevoelige huid

Anders dan bij de vochtarme huid, waar een verhoogde behoefte aan vocht primair van belang is, heeft een vetarme huid een verhoogde behoefte aan vetten/ lipiden. Vooral bij het wassen wordt de huid vaak overbelast met wasgels/zeep en verliest daarmee waardevolle lipiden. Bijzonder belangrijk voor de barrièrefunctie van de huid, zijn de epidermale lipiden. Deze houden de hoorncellen namelijk bij elkaar.

Het verlies van lipiden leidt tot een droge, ruwe, schubbige huid. Vetarme gezichtshuid neigt naar vervelende voortijdige verschijning van rimpels en pigmenteringen. Bovendien neemt de zachtheid van de huid af en verzwakt de barrièrefunctie. Beide omstandigheden begunstigen het indringen van schadelijke externe substanties. Daarnaast neemt het vochtverlies toe. Voor de verzorging van een vetarme huid worden huideigen en huidverwante lipidesoorten ingezet. Een bijzondere rol spelen ceramiden, cholesterol, vrije onverzadigde vetzuren en de aminozuren L-glutamine en L-carnitine.

Droge huid

Droge huid is een zeer algemeen fenomeen waaraan een groot (en overigens toenemend) deel van de bevolking (15-20%) leidt. Er bestaan verschillende gradaties en variaties. Vooral bij kinderen jonger dan 10 jaar en bij senioren ouder dan 60 jaar komt een droge huid voor. In de leeftijdsgroep tussen 10 en 60 jaar komt een droge huid bij vrouwen duidelijk vaker voor dan bij mannen.

Er bestaan verschillende oorzaken voor een droge huid, van eenvoudig verklaarbaar tot en met pathologische vormen. Een duidelijke afgrenzing is in de praktijk niet altijd mogelijk. In het algemeen kan echter tussen een problematische en extreem droge huid worden onderscheiden. Beide worden primair door een tekort aan natuurlijk vochtigheidsfactoren, voornamelijk ureum en aminozuren veroorzaakt.

Een droge huid wordt door verschillende exogene en endogene factoren beïnvloed.

Droge probleemhuid

Kenmerkend voor een problematisch droge huid zijn lichte schilfering, jeukprikkels, ruwheid en een trekkende huid. Een belangrijke oorzaak voor een droge probleemhuid is het verminderde vochtgehalte, doordat de natuurlijke vochtregulerende factoren zoals ureum, epidermale lipiden en aminozuren in te kleine concentraties voorkomen.

Ureum wordt in de cellen gevormd bij het afbreken van bepaalde aminozuren, in het bijzonder arginine en glutamine, tijdens het verhoorningsproces van de cellen. Als er storingen bij de verhoorning optreden, komt het tot een tekort aan deze aminozuren, in het bijzonder arginine. Dit leidt per definitie tot een duidelijke vermindering van de ureumconcentratie. Bij controlemetingen werd bij een droge probleemhuid een tot 50% lagere ureumgraad gemeten dan bij een normale gezonde huid. Door dit tekort aan natuurlijke vochtregulerende factoren (bovenal aminozuren) komt het tot een verhoogd vochtverlies in de huid.

Middels het gebruiken van aminozuurhoudende preparaten kan het gebrek aan ureum effectief worden gecompenseerd. Daarmee wordt het vochtbindende vermogen van de huid vergroot en de huidtoestand zal normaliseren.

Extreem droge huid

Een extreem droge huid komt vaak op hogere leeftijd of bij sterke uitdroging voor, voornamelijk op de handen. Het uit zich in de vorm van ruwheid, scheurtjes, verhoorning en vaak ook jeuk.

 

terug naar de beginpagina